30 maart 2008

Joseph Finder (interview, 2006)



'Ik laat me niet de wet voorschrijven'




(Door Arno Ruitenbeek)

AMSTERDAM _ 'Ik wil niet dat een geoefende lezer weet hoe het afloopt. Ik wil ook hem op het verkeerde been zetten.' Joseph Finders ogen schitteren. De Amerikaanse schrijver heeft van veel journalisten complimenten gehad voor de ontknoping van zijn thriller Bedrijfsongeval.

En voor de even verrassende eindes van zijn eerdere romans, zoals Paranoia en De krijgsraad. Stuk voor stuk 'corporate thrillers'. 'Ik ben de enige die dit genre beoefent', zegt de 46-jarige Finder. 'Wat ik gek vind. Er gebeuren spannende dingen in de wereld van de grote ondernemingen.' Amerikaanse bedrijven alleen al verliezen jaarlijks tientallen miljarden dollars door bedrijfsspionage, het thema van Paranoia waarin Adam Cassidy namens het ene hightechbedrijf wordt geparachuteerd in het andere. 'Het idee ontstond door de toenemende geruchten dat Sony een apparaatje zou uitbrengen, dat een revolutie op de muziekmarkt teweeg zou brengen.'

'Ik stelde me voor dat iemand het concept van wat later dus de iPod bleek te zijn, probeerde te stelen namens Philips. Dat laatste bedrijf staat eveneens model voor de firma in Killer instinct die LCD-televisies produceert. Ik kocht onlangs zo'n scherm, ben razend nieuwsgierig en wil de lezer ontspanning bieden, waar hij tegelijkertijd iets van leert. Zodoende.'

Vrienden bij de CIA hebben hem verteld dat geheim agenten van hun dienst worden ingehuurd door grote bedrijven om te spioneren bij de concurrentie. Dat zulke affaires niet of nauwelijks aan het licht komen, is zijns inziens begrijpelijk: 'Natuurlijk bespioneren Airbus, Boeing en Lockheed elkaar en worden spionnen betrapt. Maar ze kopen het liever af dan de wals van de pers over zich heen te krijgen.'

Hij zegt het met grote stelligheid. 'Omdat ik goede contacten bij de CIA heb.' Hij was zelf bijna werknemer geweest van The Firm. Tijdens zijn studies Russische en Oost-Europese talen en politiek rekruteerde de dienst hem. 'Het leek me wel wat. Glamour, mooie vrouwen, veel reizen. Nou, vergeet het maar. Ik zou het grootste deel van mijn tijd achter een bureau moeten doorbrengen om Russische of Tsjechische krantenartikelen te vertalen en te interpreteren.'

Hij noemt zichzelf echter wel een verdediger van de CIA. 'Ik laat de bazen, de schoothonden van het Witte Huis die de blunder over de Iraakse atoomwapens trachten te camoufleren, buiten beschouwing. Wat overblijft is een gemotiveerde en professioneel opererende club agenten.' Waarom geen thrillers van zijn hand over de CIA en zijn werk? 'Dan zou ik een van de velen zijn.'


Kantoormeubilair


Corruptie, boekenfraude, overheveling van productie naar lagelonenlanden en daardoor massaverlies van banen staan centraal in Bedrijfsongeval. Hoofdpersoon hier is Nick Conover, president van een kantoormeubelengigant. Finder gniffelt: 'De eerste reactie is dan: 'Iets saaiers als kantoormeubilair bestaat toch niet?' Klopt. Maar het bedrijf dat ik vele keren bezocht voor mijn onderzoek, maakte dat spul, werd ouderwets geleid, moest veel mensen ontslaan en dreigde zijn vooraanstaande marktpositie te verliezen. De nieuwe bazen gooiden radicaal het roer om. Dat levert in- en extern meer spanning op, dan ik in één boek kan beschrijven.'

'Ik beperkte me er daarom tot het verhaal hoe Conover ten onder dreigt te gaan in een golf van manipulatie en doortraptheid.' Cassidy (uit Paranoia) noch Conover is een 'man van staal'. 'Nee, omdat ik niet geloof in een held uit één stuk. Mijn karakters mogen fouten maken, mogen worstelen met morele kwesties. Dan doen jij en ik toch ook?'

In De krijgsraad speelt een vrouw de hoofdrol. Advocate Claire Heller, die haar man bijstaat als die voor de militaire rechtbank terechtstaat wegens desertie en meervoudige moord. Als High crimes werd dit boek meesterlijk verfilmd met Morgan Freeman en Ashley Judd. Finder speelde zelf een bijrolletje, als een marinier. 'Ik was een groot deel van de opnames aanwezig en heb toen meegemaakt hoe bekwame en ervaren mensen als de regisseur gepiepeld worden door kwallen van twintig in maatkostuum die de manager uithangen bij een filmmaatschappij. Daarom zal ik nooit scripts schrijven, ook niet voor bijvoorbeeld Paranoia waarvoor de filmrechten nu zijn verkocht. Ik laat me niet de wet voorschrijven.'

Joseph Finder - Bedrijfsongeval. Vertaling: Hugo Kuipers. Uitgeverij Luitingh, 416 pag.

Dit interview werd eerder gepubliceerd in maart 2006

Geen opmerkingen: