02 mei 2013

Charles den Tex (interview, 2013)



'HERKENBAARHEID IS NOG GEEN KWALITEIT'

Met zijn nieuwste thriller 'De erfgenaam' kan hij eind deze maand zijn vierde Gouden Strop in de wacht slepen. Het zou een record zijn. De Haagse thrillerauteur Charles den Tex over prijzen, de ondraaglijke traagheid van Deense series, zijn belangrijkste boek en hypes. ,,Een Saskia Noort-thriller kan alleen maar door Saskia Noort worden geschreven.''

(Door Peter Kuijt)

Hij won begin dit jaar een Crimezone Award voor zijn thriller De vriend. En daar was hij verguld mee. Maar het liefst wint hij 'natuurlijk' de Gouden Strop. ,,Ik bedoel, dat is de prijs die het meeste telt. De Diamanten Kogel (de Vlaamse tegenhanger van de Strop, pk) is vooral leuk. De Kogel heeft wel een naam, maar dan in België, niet in Nederland. Het draait toch voornamelijk om de eer. Er zit weinig publiciteit aan en het levert niet veel verkoop op. Voor een Vlaming is de Kogel gunstiger dan voor een Nederlander. En die heeft weer meer baat bij de Strop. Ik weet dat Bram Dehouck vorig jaar na de Strop aardig heeft verkocht, maar veel minder dan wanneer een Nederlander gewonnen zou hebben. Waarom dat is, weet ik niet. Bob Mendes? Die verkoopt hier niet. Pieter Aspe? Nauwelijks. Maar die verkoopt weer wel miljoenen boeken in Vlaanderen.''

We spreken in zijn werkkamer die Den Tex huurt in het souterrain van het gebouw van de Nederlandse Orde van Advocaten in Den Haag. De drievoudig winnaar van de Gouden Strop neemt even de tijd om de gedachten te laten gaan over het hedendaagse thrillerlandschap en aanverwante zaken.

Zoals daar zijn de Deense thrillerseries die vandaag de dag alom bejubeld worden. Essayist Bas Heijne bijvoorbeeld schreef in januari een column in NRC Handelsblad, waarin hij de loftrompet stak over reeksen als 'The Bridge' en 'The Killing'. Hij vroeg zich tegelijk af waarom er in Nederland niet zulk goed drama werd gemaakt, waarbij hij gemakshalve topseries als 'Penoza' en 'Overspel' even over het hoofd zag.. Den Tex kun je niet blij maken met een avondje kijken naar 'The Killing'-icoon Sarah Lund in haar grof gebreide truien. ,,Nee, ik kan er echt niet tegen. De Scandinavische thrillers zijn wel in de loop der jaren iets gevarieerder geworden. Ze hebben niet meer allemaal dat slaapverwekkend trage en saaie wat ze sinds jaar en dag hadden. Maar ik vind ze nog steeds in dat omgekeerde stramien van de filmwet 'show, don't tell' vastzitten. Ik heb dat een aantal jaren geleden ontdekt, toen ik naar de serie 'Law & Order' zat te kijken. Mateloos populair over de hele wereld. Maar ik kon me bij god niet voorstellen waarom die zo succesvol was. Het was zo'n beetje de slechtste serie die ik ooit had gezien. Totdat het tot me doordrong dat ze precies het tegenovergestelde deden van 'show, don't tell'. In 'Law & Order' zit nooit 'show', het is alleen maar 'tell, tell, tell' en dan het liefst acht keer achter elkaar. Het is alleen maar praten, je krijgt nooit wat te zien. In wezen is 'CSI' net zo, alleen monteren ze er van die hippe flitsen tussendoor. Dan lijkt het of er nog wat actie in zit.''

,,Ik ben er op gaan letten en heb geconstateerd dat dat bij alle grote publiekssuccessen, of dat nou Stieg Larsson is of Saskia Noort, het geval is. Herhalen, herhalen, herhalen. En dan is er de wet van Tomas Ross die luidt: je moet alles drie keer vertellen, anders kan de lezer het niet volgen. Dat voorkauwen, uitkauwen, nakauwen en herkauwen verhoogt de herkenbaarheid. Maar herkenbaarheid is helemaal geen kwaliteit! Hoe hoger de herkenbaarheid, hoe zekerder je weet dat de schrijver iets niet goed doet. Maar herkenbaarheid verkoopt. Kwaliteit is als je de lezer iets mee kunt geven wat hij ten dele herkent, maar waar hij bij een belangrijk deel ook denkt 'Hé shit. Zo kan het ook'. Het moet iets nieuws, iets verrassends toevoegen.''

,,'Tell, don't show' blijkt een garantie te zijn voor succes'', vervolgt Den Tex. ,,Met de wet 'show, don't tell' die alle uitgevers en filmproducenten huldigen, weet je zeker dat je niet verkoopt. Een interviewer vroeg me eens: 'Waarom schrijf je dan niet zo'n boek als Saskia Noort?'. Hoe haal je dat in je hoofd? Om te beginnen te denken dat ik dat zo maar zou kunnen. Saskia Noort kan het beste een Saskia Noort-boek schrijven. Zo'n vraag laat ook zien dat je haar boeken niet op waarde schat. Wat zij kan, kan ik niet. Ik moet niet willen schrijven wat iemand anders kan. Dat is een denkfout.'' Het is overigens niet iets van de laatste jaren, vindt de Haagse auteur. ,,Agatha Christie blonk ook al niet uit in 'show, don't tell'.

CLICHÉS
Met inbegrip van 'De erfgenaam', een thriller over een rijke, alleenstaande man op een Limburgs landgoed die met zijn verleden worstelt, heeft Den Tex sinds 1995 veertien fictieboeken (inclusief het geschenkboekje 'Onmacht') gepubliceerd. Een respectabel aantal. In het begin was hij bezig met vooral niet te doen wat anderen deden, herinnert de schrijver zich. ,,Krampachtig proberen de clichés uit het genre te omzeilen. Daardoor maakte ik mezelf het wel eens moeilijk. Zo nam ik me wel eens voor geen achtervolgingsscène te schrijven, want die zitten overal in. Later besefte ik pas dat er wel zo'n scène in moet, maar dat ik het 'anders' moest neerzetten. Een achtervolging is wel een cliché van het genre, maar die is er niet voor niets. Het gaat er om dat je een goede achtervolging op papier krijgt en dat die ook iets toevoegt. Ik hoop ook dat ik beter schrijf dan in het begin. Wel neem ik me steeds voor om niet telkens op dezelfde manier een verhaal te benaderen. 'De macht van meneer Miller' was echt een verandering met wat ik daarvoor had gepubliceerd. Dat heb ik drie boeken volgehouden en toen dacht ik: 'ik moet weer verder'. 'De vriend' was weer een andere aanpak. En ook De erfgenaam heeft een andere stijl. Een stijl die niet meer op deze moderne wereld geënt is. Het verhaal gaat wat meer over het verleden.''

De thriller 'Angstval' uit 2004, over een privédetective die voor niemand bang is, behalve voor mensen die te dichtbij komen, is hem het dierbaarst. ,,Dat is voor mijzelf het belangrijkste boek. Ik had vijf boeken uitgebracht en die waren allemaal prima ontvangen. Ik had één keer de Strop gewonnen en toen rees bij mij de vraag: 'Hoe moet ik nu verder?'. Ik wilde met 'Angstval' een boek schrijven dat in elke zin anders was dan wat ik daarvoor had gedaan. Daardoor oogt het een beetje geforceerd, maar het heeft me wel veel opgeleverd. Ik ben ervan overtuigd dat zonder 'Angstval' ik 'Miller' en 'CEL' niet had kunnen schrijven. Na 'Angstval' kon ik opeens heel anders met de taal omgaan. Durfde ik meer. Weliswaar ben ik met 'Angstval' te ver doorgestapt en heb ik met 'Miller' en 'CEL' een stapje teruggedaan, maar wist ik dat die ruimte er was. Ik denk dat 'De erfgenaam' weer zo'n soort boek is. Met opnieuw een draai in de stijl, maar minder opgelegd als in 'Angstval'.''

- Is het schrijven makkelijker geworden?
,,Nee, het wordt moeilijker. Want ik wil niet in herhaling vervallen. Ik denk steeds vaker bij het schrijven 'nee, niet die kant op, dat heb ik al eens gedaan'. Het wordt makkelijker om te doen wat ik al gedaan heb. Maar dat is gemakzucht en dat moet je zien te vermijden. Ik merk dat ik langer doe over het begin. Met de eerste dertig pagina's ben ik steeds langer bezig. Pas als ik die goed heb 'zitten', dan laat ik het niet meer los. Dan heb ik het vertrouwen dat ik echt door kan schrijven. Die eerste pagina's zijn geen straf. Maar het kost meer tijd om te vinden wat ik hebben wil.'' De meeste ideeën krijgt de schrijver als hij stug blijft doorgaan. ,,Het merendeel van het werk is discipline. Als ik niets doe, dan komen mijn hersenen ook niet in beweging. En daar moet het toch allemaal vandaan komen.''

Den Tex is, zoals hij het zelf zegt, 'van het genre'. Hij heeft nooit de aanvechting gehad om de thriller voor even de rug toe te keren en een literaire roman te schrijven zoals zijn vrouw Anneloes Timmerije doet. ,,Zij is journalistiek en literair en ik ben een echte genreschrijver. Ik wil een verhaal vertellen.'' De twee hebben vaak discussies over schrijven en wat ze goed vinden. ,,Maar het gaat nooit over het genre, of het een beter is dan het ander. Dat speelt bij ons niet. Literatuur en thrillers zijn twee genres. Er zijn echt verschillen. Ik houd heel erg van plot en bepaalde ingrediënten van de thriller.'' Zijn vrouw is een betere auteur, benadrukt Den Tex. ,,Zij componeert haar tekst. En die zit dan ook zo goed in elkaar, zonder moeilijk gedoe of zo. Zij is daar heel knap in. Ik schrijf drie keer sneller dan Anneloes, ik ben iemand die tempo wil maken met dan maar iets minder mooie zinnen. Dat zal haar niet overkomen. Zij is stilistisch uitzonderlijk goed.''

EUFORIE
Als de laatste punt van een nieuw boek eenmaal gezet is, dan is Den Tex de staat van totale euforie allang gepasseerd. Want die toestand van opperste vreugde doet zich bij de Haagse schrijver voor als hij op driekwart van het boek zit. ,,Dán vind ik alles het leukste. De finish lonkt in de verte. Alles loopt, alles draait. Ik ben het aan het verzinnen, het gaat goed. Eenmaal in het laatste kwart wordt het eind steeds duidelijker, dan weet ik waar de lijntjes naartoe leiden. En dan zakt het enthousiasme al een beetje weg. En in de fase van het corrigeren is het allemaal voorbij. Dan is er alleen nog maar klein gedoe.''

Het is Den Tex bij 'De macht van meneer Miller' overkomen dat na lezing van de eerste versie het boek helemaal omgegooid moest worden. ,,Zowel Anneloes, mijn eerste lezer, als mijn uitgever vond dat het anders moest worden aangepakt. Alles zat erin, maar het deed niets. Toen ben ik maar weer opnieuw begonnen.'' Den Tex is niet moeilijk te overtuigen, zegt hij zelf. ,,Weet je wat het is: meestal weet ik het zelf ook wel dat er iets aan schort.'' En de grondige renovatie had resultaat, want de schrijver won er zijn tweede Strop mee. Zijn derde bekroonde boek, 'CEL', had hij 'in één ruk' geschreven. ,,Ik heb het ingeleverd en de opmerkingen waren minimaal. Het stónd gewoon.''

Het genre is volop in beweging, signaleert de schrijver. Hij noemt het een doorbraak dat het Letterenfonds vorig jaar voor het eerst een thrillerauteur een werkbeurs heeft toegekend, Willem Asman in dit geval. ,,Ik hoop niet dat hij de eerste en de enige blijft'', lacht Den Tex. ,,Maar het is goed omdat het thrillergenre nu eindelijk serieus wordt genomen. De misdaadschrijvers hebben nu een voet tussen de deur bij de officiële instanties.''

Dat de Gouden Strop bij de CPNB is ondergebracht noemt hij een goede ontwikkeling. ,,Maar er moet wel een sponsor komen, want de CPNB gaat het niet tot het einde der dagen betalen. Er zouden grote bedrijven moeten inspringen, zoals de Rabobank.'' Grijnzend: ,,Die heeft nou toch niks te sponsoren. Ik heb ooit een gesprek gehad met het hoofd sponsoring van de ING. Nou, die gaat over bedragen waar je helemaal eng van wordt. Ik had, geloof ik, iets van 60.000 gulden nodig voor sponsoring van de Strop. Maar het enige wat die kerel zei was: 'Ja, maar wij doen al voetbal.' Het gesprek was meteen afgelopen. Men was niet geïnteresseerd. Het is toch te gek voor woorden dat bedrijven als ING alleen maar in sport willen investeren.''

Drie jaar geleden schreef Den Tex het geschenkboekje voor de Maand van het Spannende Boek. Bij die gelegenheid signaleerde hij al dat het misdaadgenre geëxplodeerd was. Steeds meer schrijvers meldden zich op de thrillermarkt. En dat was goed volgens Den Tex, want dan kwamen de betere auteurs vanzelf bovendrijven. ,,Er zijn meer concurrenten gekomen'', stelt de schrijver nu. ,, Ik moet nu beter opletten. Er zijn er bij gekomen, waar ik niet zo veel aan vind. Maar anderen vallen juist weer op. Wat Bram Dehouck bijvoorbeeld uithaalt, is totaal anders dan wat ik doe, maar ik heb er wel rekening mee te houden. Het is goed voor het genre. Natuurlijk worden er te veel boeken uitgegeven. Dat is iets waar de boekenbranche al een tijd last van heeft. En als er ergens een trend is, dan wordt het meteen gekopieerd. Kijk maar naar die Vijftig tinten-hype. Iedereen wil nu hetzelfde. Het wordt wel treurig zo.''

'De erfgenaam' van Charles den Tex is verschenen bij uitgeverij De Geus. (foto auteur: Liesbeth Kuipers)

Geen opmerkingen: