27 april 2007

Richard Price (interview, 2003)




'Schrijven is erg, niet schrijven is vreselijk'




Hij verwierf faam met zijn scenario's voor films als The Color Of Money en Heat. Zijn roman Clockers was een wereldwijde bestseller. Recent kwam zijn zevende boek uit, de literaire thriller Samaritaan. Hollywood levert hem wel meer geld op, maar bij de Amerikaanse auteur Richard Price gaat de roman boven alles. 'In scripts mag je niet dieper gaan dan een intelligente elfjarige kan bevatten.'

(Door Peter Kuijt)

AMSTERDAM _ Je zal de schrijvers de kost moeten geven die hun wederhelft zouden inleveren voor een wervende tekst van bestsellerauteur Stephen King op het omslag van hun boek. Maar Richard Price (53) wordt warm noch koud van Kings aanbeveling op de cover van 'Samaritaan': 'Verbijsterend. Een verschrikkelijk goed verhaal van een schrijver die momenteel op de toppen van zijn kunnen is'. Schouderophalend: 'Ik vind het wel leuk, King kan goed schrijven. Op de toppen van mijn kunnen? Ach, je denkt altijd dat je volgende boek beter zal zijn dan de roman die je net hebt gepubliceerd. Het gaat ook niet om je capaciteiten als auteur, maar om je vermogen het juiste verhaal te vertellen.'

Roodomrande ogen en een rode neus in een bleek gezicht, blonde lokken in een donker kapsel. Een fel oranje T-shirt van de University of Amsterdam gaat schuil onder een donker colbert. Terwijl hij praat schrokt Richard Price een boerenomelet en een fruitsalade naar binnen in de lounge van een Amsterdams hotel. Hier zit de scenarioschrijver die samenwerkte met onder anderen Martin Scorsese, Al Pacino, Paul Newman, Robert De Niro, Mel Gibson, ja zelfs met Michael Jackson voor wie hij het script schreef van zijn videoclip Bad.

Price, die opgroeide in de verpauperde woonblokken van de Bronx in New York, was in de jaren zeventig een literaire sensatie. Zijn vroege succes met de romans The Wanderers (1974) en Ladies Man (1978) bracht hem in aanraking met Hollywood. Films als The Color Of Money en Sea Of Love leverden hem behalve een Oscar-nominatie ook veel geld op.

In Samaritaan keert de succesvolle scenarist Ray Mitchell terug naar Dempsy, New Jersey, de verpauperde buurt van zijn jeugd. Hij wil iets goeds doen voor de gemeenschap waarin hij opgroeide en krijgt als zij-instromer een plaatsje op zijn oude school, waar hij les geeft in creatief schrijven. Lang kan hij daar niet van genieten, want hij wordt ernstig mishandeld. Hij weet wie hem toegetakeld heeft, maar wil daarover geen verklaring afleggen. Het is aan de zwarte rechercheur Nerese Ammons, die vlak voor zijn pensioen zit, om de dader te vatten. Het blijkt dat barmhartigheid lang niet altijd gewaardeerd wordt.

Samaritaan ontstond door een bericht over een leraar Engels in de Bronx. 'Hij was zeer populair, een charismatische persoonlijkheid', zegt Price. 'Hij deed dingen die onderwijzers gewoonlijk niet doen, nodigde kinderen bij hem thuis uit, ging 's avonds met hen uit. Op een dag werd hij gemarteld en gedood door twee studenten die op zijn pinpas uit waren. Kennelijk verloor hij zijn beoordelingsvermogen omdat hij populair wilde zijn. Als je je overgeeft aan je ijdelheid, zie je geen gevaar meer. Bij Ray Mitchell was zijn behoefte aan erkenning zo groot, dat hij uiteindelijk Russisch roulette met zichzelf speelde.'

Of er verder een diepere boodschap in Samaritaan verborgen zit? Price haalt opnieuw zijn schouders op. 'Ik wacht de recensies af. De critici zien altijd meer in mijn romans dan mijn bedoeling was. Het is gewoon een verhaal over mensen.'

Gevaar

Evenals Price' vorige romans bevat Samaritaan tal van semi-autobiografische elementen. 'Ray Mitchell had een drugsverleden, ik ben ook verslaafd geweest aan coke. Net als hij verdiende ik mijn geld in Hollywood en ook ik heb les gegeven op scholen in de Bronx. Ik gaf Mitchell een groot deel van mijn achtergrond, maar dat is slechts de oppervlakte. Belangrijker is dat ik dezelfde soort zwakheid met hem gemeen heb. Ook ik verlies mezelf wel eens als ik in de gelegenheid word gesteld om een groots en gul gebaar te maken. En dat gegeven wilde ik uitbouwen in mijn verhaal.'

Of hij nooit meer zal terugvallen in zijn cokeverslaving, kan Price niet met stelligheid zeggen. 'Het is heel beangstigend.' Price brengt zijn duim en wijsvinger op een millimeter afstand van elkaar. 'Je zit er maar zo ver vanaf. Het gevaar is zo dichtbij. Je kunt twintig jaar clean zijn, maar dat ene lijntje kan je zo weer te grazen nemen. Ik moet mij maar de gezonde angst voor ogen houden dat het oh zo makkelijk is om weer verslaafd te raken.'

In tegenstelling tot zijn geestelijk vader mag Mitchell zich graag op de borst kloppen over zijn verdiensten als scenarist. De overstap van de Bronx naar de filmstudio's was wel groot, maar viel uiteindelijk ook weer tegen, betoogt Price. 'Natuurlijk kijk je tegen Hollywood op. Hollywood domineert niet alleen Amerika, maar de hele wereld. Zelfs het dagboek van Anne Frank wordt met een Hollywoodsausje overgoten. Maar als je eenmaal in de filmindustrie werkzaam bent, is er weinig glitter en glamour meer aan.'

Price stapte in de jaren zeventig over van de boeken naar de scripts, omdat hij even niet meer wist waar zijn romans over moesten gaan. 'Ik schreef de hele tijd over mezelf en dat werd op den duur uiterst vervelend. Daarom besloot ik me door Hollywood te laten voorschrijven waarover ik moest schrijven. Het duurde vervolgens jaren voor ik weer een goed onderwerp voor een roman had gevonden.'

Grafzerk

De auteur verkiest het schrijven van boeken boven scenario's. 'Beide fenomenen hebben zo hun voor- en nadelen. Scripts leveren veel geld op, je werkt samen met mensen, je hebt het gevoel dat je deel uitmaakt van het menselijk ras, maar je weet nooit wat er met je scenario gebeurt. Een boek schrijven is een eenzame aangelegenheid. Je zit daar maar in je kamer, je beweegt je lichaam niet eens.'

Nooit komt in de film tot uiting wat je hebt geschreven, is Price' ervaring. 'Je schrijft, maar je bent niet de auteur. De regisseur is de eigenlijke auteur. Maar alles wat je in een roman stopt, is van jezelf. Je bent de acteur en regisseur en producent van je eigen werk. Boeken leveren minder op, maar je hebt tenminste alle vrijheid. Ik wil ook niet dat er later op mijn grafzerk komt te staan dat ik de remake van de film Shaft heb geschreven. Ik kan niet kijken naar sommige films die ik geschreven heb. Shaft is er een van. Hollywood maakt geen films voor mij. Hun publiek is de jeugd. In scripts mag je niet verder gaan dan een intelligente elfjarige kan bevatten.'

Price wordt geroemd om zijn sprankelende dialogen, ook Samaritaan staat er bol van. Het gelukkigst is hij als hij zijn personages louter sprekend kan opvoeren. 'Het moeilijkste van schrijven is het verzinnen van een plot. Als ik een boek afheb, duurt het heel lang voordat ik weet waarover mijn volgende roman zal gaan. Mijn vorige boek, Freedomland, dateert al weer van 1998. Het kostte me een jaar om de verhaallijn voor Samaritaan uit te werken, een jaar om een eerste versie te schrijven en nog een jaar om het echt publicabel te maken.'

Ben je aan je eerste boek bezig, dan ben je een schrijver. Daarna ben je een auteur, is de overtuiging van Price. 'Je hebt dan een 'strafblad' opgebouwd, een geschiedenis met critici en lezers. Al die aspecten hebben een effect op je concentratie als schrijver. Werk je aan je debuut, dan denk je daar eenvoudigweg niet aan.'

'Schrijven is erg', vervolgt Price. 'Maar het enige dat erger is dan schrijven, is niet schrijven. Maar ik zou niets anders kunnen. Regisseren? Nee. Lesgeven? Mwoah. En ik zou een verschrikkelijke operazanger zijn. Maar als je dan ziet dat je tienerdochter die niet echt van lezen houdt, gegrepen wordt door je boek, weet je dat je op de goede weg zit.'

Price had net zijn manuscript voor Samaritaan voltooid toen '11 september' plaatsvond. Hij koos ervoor om in een nieuwe versie hier en daar naar de aanslag op het World Trade Center te verwijzen. 'Ik kon dat niet negeren. Het is net als in januari 1942 een boek over Pearl Harbor publiceren zonder daarin over de Japanse aanval enkele weken daarvoor iets te schrijven. Ik wilde 11 september niet laten domineren, maar ik móést het erin verwerken. Het is mij maar ook andere schrijvers overkomen dat ze naar hun werk keken en dachten: who cares? Je moet jezelf ervan overtuigen dat wat belangrijk was op 10 september nog steeds belangrijk was op 12 september. Als je daarin slaagt, heb je een overwinning geboekt.'

Richard Price - Samaritaan. Vertaling: Gerard Suurmeijer. Uitgeverij Anthos, 425 pag.

Geen opmerkingen: