01 januari 2009

Een warme hand (column, 2009)

FOUT GEDAAN

(Door Peter de Zwaan)

Wat hebben wij, schrijvers, fout gedaan. Wanneer is het begonnen. Kunnen we er nog iemand voor verantwoordelijk stellen en, zo ja, waarom doen we het dan niet.
Het volgende.
Achter in de tuin bleven plassen staan. Dat begon me te vervelen. Ik belde een grondbedrijf en vroeg: ,,Kunnen jullie een buis leggen van achter in de tuin tot de riolering?'' Ze zeiden dat ze het konden. Toen ik vroeg of het een beetje vlot kon zeiden ze dat ze de zaak zouden bekijken, dat ze meer te doen hadden, dat ik er van zou horen.
Ze kwamen op een andere dag dan was afgesproken, groeven een gat, legden een buis en zeiden dat een stratenmaker de stenen er vast wel naar behoren in zou kunnen leggen.
Ik zei een beetje zuinig: ,,Mooi, bedankt'', en gaf de baas van het spul een fles wijn.
Dat bleek de bedoeling niet. Er moest geld op tafel komen, en gauw een beetje.
Het bedrijf dat nieuw lood om mijn schoorsteen aanbracht wilde evenmin wijn. De timmerman die een vloer legde in de keuken kwam met een rekening en zei dat boekenbonnen niet op prijs werden gesteld.
Terugkijkend valt me op dat eigenlijk iedereen voor werk betaald wilde krijgen. Dat ook heel gewoon vond. Boos werd als ik zei dat schilderen helemaal niet moeilijk kon zijn omdat ze elke dag schilderden dus dat een zoen op elke wang voldoende beloning was.
Ik begon er aan te wennen dat je voor diensten behoorde te betalen.
Toen kwam de man die een verhalenboek wilde en daar stukjes voor nodig had. Hij vroeg of het een beetje vlot kon omdat er weinig tijd was, maar dat het me vast niet meer dan een dag of twee zou kosten, misschien drie, hooguit een week.
Ik had net een bedrijf betaald dat nieuwe panlatten had aangebracht en zei in mijn argeloosheid: ,,Dat gaat je geld kosten.''
Hoho, dat was de bedoeling niet. Mijn naam zou in het boek worden vermeld. Meewerken deed je voor de eer.
Hetzelfde zei de man die vroeg of ik op een avond van de Rotary over mijn vak wilde vertellen. Het hoefde niet lang, als het bij een half uur bleef was het ook goed.
De vrouw die zei dat ik van die leuke stukjes kon schrijven en dat ze voor een blad leuke stukjes nodig had werd bleek toen ik een bedrag noemde.
Wijkbewoners die een eindredacteur zoeken voor het buurtblad, beginnende schrijvers die een boek klaar hebben maar er onzeker over zijn en jou willen laten lezen en beoordelen, journalisten die uit gemakzucht hun stukjes door jou willen laten schrijven, een kunstenaar die een spreker zoekt voor de opening, allemaal worden ze kregelig als je over geld begint, als je zegt dat schrijven je vak is en dat vakmensen graag betaald krijgen voor hun werk.
Ik ben schrijver. Als ik iemand vraag iets voor me te doen wordt hij boos als ik hem een warme hand geef en een welgemeend dankwoord.
Als iemand iets van mij wil en ik neem het woord 'euro' in de mond ben ik een uitzuigende zeurkont.
Niet alleen ik. Ik heb al heel wat collega's over dit wonderlijke verschijnsel horen klagen.
Daarom herhaal ik.
Wat hebben wij, schrijvers, fout gedaan. Wanneer is het begonnen. Kunnen we er nog iemand voor verantwoordelijk stellen en zo ja, waarom doen we het dan niet.

(Deze column is ook te lezen op www.peterdezwaan.nl)

Peter de Zwaan (1944, Meppel) heeft tientallen publicaties op zijn naam staan, misdaadromans en jeugdboeken. Voor zeven van zijn thrillers werd hij genomineerd voor de Gouden Strop, de prijs voor het beste Nederlandstalige spannende boek. Met 'Het Alibibureau' won hij in 2000 de Gouden Strop. In 2006 werd 'De Voeder', de eerste misdaadroman met Jeff Meeks als hoofdpersoon, genomineerd voor de Diamanten Kogel. De tweede Jeff Meeks-thriller, 'Duivelsrug', kreeg in 2007 zowel een nominatie voor de Gouden Strop als voor de Diamanten Kogel. In het najaar van 2009 verschijnt zijn nieuwe thriller 'Een zaak van vrouwen'. Kijk op de site van Peter de Zwaan voor een fragment. Maar op zijn website staan ook nog meer columns, korte verhalen en de Bob Evers-feuilleton 'Clandestiene streken op een cruiseschip'.

Geen opmerkingen: