27 november 2017

Iets gevaarlijks (column, 2017)





Donderend applaus



(Door Peter de Zwaan)

Namen. Daar ligt het moeilijker mee dan ik tot voor kort dacht. Je hebt een naam en daar doe je het mee. Niks hoor. Daar ga je over steggelen of klagen of debatteren of weet ik wat mensen doen die veel tijd hebben.
Twee voorbeelden die aan de orde kwamen in de jaarvergadering van het GNM, Genootschap van Nederlandstalige Misdaadauteurs.

Het gaat de laatste jaren niet zo goed met de Gouden Strop en ‘niet zo goed’ is de woordkeus van de aardige collega’s. Ik hou van kort: beroerd. Nauwelijks aanzien, nauwelijks beloning voor de winnaar en als ik goed nadenk nog wel een paar nauwelijksen.

Job Vis had een oplossing die, vond ik, tegen briljant aanzat. ‘Geef de winnaar 1 euro en laat hem het geschenkboek voor het jaar erna schrijven. Daar verdient hij meer mee dan de 10.000 euro die de afgelopen jaren met pijn en moeite werd opgebracht.’

Kan niet. Geen schijn van kans, want zei een collega die 100 keer met alle instanties die denkbaar zijn heeft gesproken: ‘Dat wil de CPNB echt nooit, want die wil bekende namen.’ Ooit was er een geschenkboekje van Stephen King, nou, dan wil je verder wel zwijgen.

Of niet. Want daar hebben we het gedonder weer. Je moet op een of andere manier zorgen dat je bekend wordt en pas daarna openen zich deuren. Onder meer bij clubs die ervoor moeten zorgen dat je als schrijver bekend wordt, zoals de CPNB.

Ik doe nu iets gevaarlijks. Ik ga er even van uit dat de juryleden van de Gouden Strop wel eens een misdaadboek hebben gelezen en dat zij het beste boek van het afgelopen jaar de prijs geven.

De schrijver ervan zou bekend moeten worden. Dat lukt niet via de Strop, dat weten we nou wel, maar het kan lukken via een geschenkboek waarvan er enkele honderdduizenden worden verspreid. Mooi toch, een prijs van 1 euro voor de eer en het jaar erna leuk verdienen aan een geschenkboek en een bekende schrijver worden, voor je het weet zit je in iets ellendigs als het tv-programma RTL Boulevard.

Voorbeeld twee. De naam Gouden Strop. Er waren sponsors die jeuk kregen van de gedachte dat hun bedrijfsnaam gekoppeld zou moeten worden aan het woord Strop. Ik heb destijds niet de Gouden Strop gewonnen, maar de Bruna Gouden Strop en vond het een mooie naam. Bruna waarschijnlijk toen ook, maar er zijn bedrijven met directieleden die er anders over denken. Stakkers, natuurlijk, maar ze bestaan en waarom zouden we ze de kans geven het woord Strop als argument te gebruiken om terug te deinzen of van schrik niet meer te willen sponsoren? Hup: andere naam voor de Strop.

‘Vinden jullie Gouden Winnaar goed, jongens? Kom dan maar op met de centen. Moet er iets anders van Goud zijn? Ons best, wat zeggen jullie, geven jullie maar een ton? Een beetje guller mag wel. Een ton of drie, vier en we laten het Goud blinken tot jullie last van jullie ogen krijgen. Al zal het de Gouden Boerenleenbank zijn. Of de Gouden Bol van Com.’

Er was in de jaarvergadering van het GNM één lid dat zei dat de naam wat hem betrof meteen mocht veranderen. Het ging hem niet om het woord Strop, maar om het feit dat de prijs zo ongeveer een dood paard is geworden waar je niet mee moet zeulen. Nieuwe sponsor, nieuw prijzengeld, nieuwe naam, nieuwe kansen. Het lid om wie het ging, was ik, ja, iemand moet het doen. En echt, eerlijk waar en ongelogen, het donderende applaus klinkt nog na in mijn oren.

Deze column is ook te lezen op www.peterdezwaan.nl. Zie ook Genootschap in overleg met mogelijk nieuwe sponsor van Gouden strop.

Geen opmerkingen: